
Tegenwoordig is hij als assistent-trainer actief bij VVV-Venlo, maar de band tussen Jay Driessen en de Koelclub gaat veel verder terug. Hij kwam als jeugdspeler binnen bij de club en maakte al snel furore in het eerste elftal. Een bijna onafscheidelijke combinatie was ontstaan en het is dan ook niet zo gek dat Driessen nog altijd bij VVV rondloopt. Covebo Stadion – De Koel – is zo’n beetje het tweede huis van de voormalig middenvelder.
Als vijftienjarige voetballer speelde Driessen al in het eerste elftal van RKSV Venlo. Niet zo gek dus dat VVV hem opmerkte en op proef uitnodigde bij de club. Na een aantal proeftrainingen kon Driessen aan de slag bij de A1. “Gek genoeg voelde dat toch een beetje als een stap terug, omdat ik vanuit de senioren weer in de jeugd terechtkwam. Maar ik heb het toch gedaan, want het was een droom van me om voor VVV te spelen. Het voelde toen eigenlijk direct als een soort van thuiskomen, omdat ik als kind eigenlijk opgegroeide met VVV. Als je in Venlo woonde en over voetbal praatte dan was dat over VVV. Tegenwoordig speelt er bij de jeugd denk ik meer dan alleen maar voetbal, maar in mijn tijd ging je na school altijd voetballen. De link met VVV was dan snel gelegd en ik droomde er vanaf de eerste dag van om in De Koel te spelen.”
Doorbraak in het eerste elftal
Hoewel de stap naar de jeugd van VVV op een bepaalde manier toch een beetje als een degradatie voelde, kwam Driessen daar snel van terug. “Toen ik een aantal keer had meegetraind was het me wel duidelijk dat het toch andere koek was dan bij de amateurs. Die gasten konden veel beter voetballen en deden alles een flink tandje sneller. Ik besefte me toen dus snel dat het goed voor mijn ontwikkeling zou zijn. In het begin was het wel even wennen aan het vaker en technischer trainen met ook nog eens meer weerstand. Maar als je kwaliteiten hebt dan kom je daar wel doorheen. Daar heb ik altijd in geloofd.” En dat geloof werd al snel beloond. “Volgens mij maakte ik na twee jaar al de stap naar het eerste elftal. Daar moet je soms ook een beetje geluk mee hebben. Remy Reynierse was de onbetwiste nummer tien, maar stopte na een moeilijk seizoen al vroeg met voetballen. Daardoor kreeg ik de kans in een team met ervaren jongens als Frans Nijssen, Jos Rutten en John Roox. Dat was voor mij een kans om het te laten zien en die kans heb ik toen gepakt. Ik kreeg een basisplaats en ben daarna blijven staan. Dat heb ik toen uiteindelijk zelf afgedwongen, maar je moet wel geluk hebben dat je net die kans krijgt op het juiste moment.”
Succesvolle carrière
Als jonge en getalenteerde middenvelder belandde Driessen dus al snel in de basis van het eerste elftal. Je zou denken dat je als speler dan strak staat van de spanning, maar die vlieger ging bij Driessen niet op. “Gek genoeg had ik toen eigenlijk nooit last van spanning. Ik zag het gewoon als een grote kans die ik moest aangrijpen. Dat is gelukkig goed gelukt.” Eenmaal in de basis maakte Driessen een aantal mooie successen mee bij VVV, waarvoor hij uiteindelijk 187 wedstrijden speelden en 36 keer wist te scoren. “Het hoogtepunt was natuurlijk de promotie van 1991 in Breda, waar ik de beslissende goal kon maken tegen NAC. Maar ook de kampioenswedstrijd thuis tegen RBC Rosendaal in 1993 blijft me altijd bij. Als ik terugkijk op mijn carrière dan denk ik dat ik dat ik best wel tevreden mag zijn. Ik heb er alles aan gedaan en er alles voor gelaten om hogerop te komen. Het enige vervelende is dat ik heb gesukkeld met blessures, vooral aan mijn knie. Als ik dat niet had gehad dan had ik misschien nog wel een mooie stap kunnen maken, maar ik kan mezelf niks verwijten. Ik kijk met heel veel liefde en plezier terug op mijn tijd als voetballer bij VVV. Het was toen al een hele gemoedelijke club met een goede sfeer en veel spelers uit de regio. Dat laatste is in de loop van de jaren wat minder geworden, maar dat familiaire gevoel is gelukkig gebleven.”