Alles heej is VVV! De Koel! De Club! De Kleure!
Dinsdag 13 Augustus 2024

Alkmaar ’54 – Sportclub Venlo ’54: De openingswedstrijd van de Nederlandse Beroeps Voetbal Bond

Op zaterdagavond 14 augustus 1954, zeventig jaar geleden, speelden Sportclub Venlo ’54 en Alkmaar ’54 de officiële openingswedstrijd van de Nederlandse Beroeps Voetbal Bond (NBVB). Topvoetbal mochten de toeschouwers natuurlijk nog niet verwachten, maar de ‘wilde’ bond bewees met de organisatie van deze wedstrijd wel haar levensvatbaarheid. De komst van betaald voetbal in Nederland was niet meer tegen te houden. Diezelfde zaterdag besloot de bondsraad van de KNVB om betaald voetbal in te voeren, en de KNVB zou enkele maanden later fuseren met de voormalige aartsvijand NBVB.

Door: Gerrit van der Vorst

In april 1953 had VVV uitbundig het 50-jarig bestaan gevierd. In 47 van de 50 VVV-jaren waren er wel geldzorgen geweest, maar organisatorisch en sportief stond de club er prima voor. Maar kwam een gitzwarte periode aan. Weliswaar eindigde VVV in de eindrangschikking van het seizoen op slechts twee punten achter kampioen PSV, maar inmiddels bevond de club zich in een diepe bestuurlijke crisis. Wegens overtreding van de KNVB-amateurbepalingen, die heel ver over hun houdbaarheidsdatum heen waren, waren de populaire VVV-voorzitter Jo van Daalen, medebestuursleden en elftalleider Sjraar Broekmans geschorst en voor het leven uitgesloten van functies binnen de KNVB. Oké, ze hadden getriefeld, maar dat gebeurde bij veel clubs, zeker in Limburg. Het hypocriete KNVB-bestuur wilde een voorbeeld stellen aan het legioen van sjoemelaars. In Venlo streden woede en haat jegens de KNVB om voorrang. De geschorste bestuursleden kondigden aan dat ze het ‘schijnamateurisme’ van de KNVB aan de kaak zouden stellen met een publiciteitsbommetje. Wat heet? Met een ‘atoombom’!

Voordat ze dat konden doen, kwam VVV in de zomer van 1954 ook sportief gezien in zwaar weer. Eerst dreigde een vertrek van neo-international Jan Klaassens en jeugdinternational Jeu Sijbers (beiden bleven). En nog diezelfde juni-maand kreeg VVV een zware concurrent in de vorm van een ‘wilde’ semiprof-club. De door de KNVB levenslang verbannen banketbakker Sjraar Broekmans had in de komst van ‘wilde’ NBVB kansen gezien voor Venlo. Samen met drie biljartvrienden besloot Broekmans Sportclub Venlo ’54 op te richten. Zijn partners in crime waren bonthandelaar Graadje Smeets, caféhouder Wiel Heuts en verzekeringsman Max Haeijen. Vooral de kapitaalkrachtige Broekmans en Smeets pakten de zaken daadkrachtig aan en begonnen vakkundig te ronselen onder de VVV-spelers.

Het hevig verontruste interim-bestuur van VVV riep de selectie op zaterdagavond 26 juni bijeen ten huize van voorzitter Berendsen. De tandarts drukte de spelers op het hart om geen onbezonnen dingen te doen, maar dat waren de meesten ook niet van plan. Alleen de 24-jarige rechtsbuiten Jeu Sijbers deelde mee dat hij VVV zou verlaten. Half juli tekende Sijbers een contract met Sportclub Venlo ’54. Nou woonde Sijbers op Albertstraat nummer 7 en op nummer 1 woonde medespeler Herman Teeuwen. Die werd dus ook al gauw benaderd. Een bezorgde vader Teeuwen – groot voetballiefhebber – waarschuwde zijn zoon. Wat als het niets werd met dat prof-gedoe van de NBVB? Dan was de weg terug naar de KNVB afgesloten. Maar Herman liet zich overtuigen door de grote investeringen in Sportclub Venlo ’54. Dat werd wel wat, meende hij stellig, en hij tekende op 15 juli als tweede Venlose speler een contract. Zulke ‘overlopers’ werden, na een waarschuwing, levenslang geschorst door de KNVB. Vele jaren later zou Herman Teeuwen geamuseerd terugkijken op de ontwikkelingen: ‘Verschrikkelijk spannend. Je keek elke dag uit naar de training, gewoon om te zien welke spelers er weer bij waren gekomen.’

De Berckt en De Kraal
Sportclub Venlo ’54 moest ook een stadion hebben. Nu wist insider Sjraar Broekmans dat het huurcontract voor De Kraal op 1 juli 1954 afliep. Tot ontzetting en woede van iedereen met een VVV-hart huurde de sportclub het stadion, waarin de opstallen nota bene het bezit van VVV waren. Het VVV-bestuur vocht de deal met succes aan voor de rechter – de toegang tot De Kraal werd zo lang met prikkeldraad versperd – maar de club moest voortaan wel jaarlijks 3.000 gulden ophoesten. Dat was de huur die Sportclub Venlo ’54 had willen betalen, drie keer zo veel als VVV tot dan toe had betaald.

Sportclub Venlo ’54 richtte op sportpark De Berckt in Baarlo een stadion in voor 12.000 toeschouwers en de nieuwbakken profs begonnen in de derde week van juli te trainen op het voetbalveldje van ‘Ons Buiten’. Daar waren nieuwe doelen geplaatst. De eerste training was besloten, maar voor een kwartje per persoon kwamen honderden toeschouwers naar de tweede, zware training kijken, waaraan de Duitse trainer Ferdi Silz, voorheen trainer van FC Kaiserslautern, de voorlopige selectie onderwierp. Dat maakte indruk, vooral zoals keeper Frans Swinkels (ex-Sportclub Irene, jeugdinternational) apart onderhanden genomen werd. Het Dagblad voor Noord-Limburg: ‘Hier proefde men de “hogeschool”, waaruit de Duitse “Weltmeister” naar voren zijn gekomen. Hier zag men ook, dat het moderne voetbal artistenwerk is geworden, waarvoor men een tot in alle onderdelen bestudeerde lichaamstechniek moet verwerven, zoals van een danseres voor het grote ballet wordt vereist.’ Het was dus trainer Silz die de meeste indruk maakte. Door zijn oefeningen leken spelers als Pierre van Rhee, Herman Teeuwen, Jeu Sijbers en Frans Swinkels opeens beter te kunnen voetballen. Met zijn ijzeren discipline, oefenstof – veel werk aan de bal – en tactiek was de 39-jarige ‘Feldwebel’ Silz zijn tijd ver vooruit. Hij kon bovendien alles zelf voordoen. Moeiteloos hield hij een balletje hoog en bij de keeperstraining legde hij de bal waar hij ‘m hebben wilde. Silz had aan het front een oog verloren, maar geen detail ontging hem. Behalve technische en tactische nieuwigheden had de trainer ook praktische tips voor zijn spelers. Hij adviseerde ze om eerst te plassen in nieuwe schoenen. Het leer vormde zich dan helemaal naar de voet.

alkmaarvvv2.png

'Paar rotcenten'
De NBVB had de vergoedingen bepaald op 30 gulden per week voor drie trainingen, 40 gulden voor een gewonnen wedstrijd en 25 gulden voor een gelijkspel in een uitwedstrijd. Bij een kampioenschap zou elke speler 150 gulden extra ontvangen en voor een tweede plaats 100 gulden. Met lede ogen zagen VVV-aanvoerder Gijs Nass, international Jan Klaassens en de andere achterblijvers medespelers overstappen naar Sportclub Venlo ’54. Gijs zou zich er op z’n 84e in een seniorenflat bij verzorgingshuis De Beerendonck nog kwaad over maken: ‘En dat voor een paar rotcenten. Een schande was het!’ Maar Frans Swinkels verdiende bijvoorbeeld 70 gulden per week in zijn reguliere werk en dan waren de bijverdiensten meer dan welkom. Het was eerder een schande dat de KNVB en de clubs veel geld verdienden aan het voetbal en de spelers die ‘paar rotcenten’ niet gunden.

NBVB-voorzitter Gied Joosten, eigenaar van NBVB-club Fortuna ’54, besefte dat zijn ‘wilde’ bond jaren nodig zou hebben om tot een volwassen competitie op goede accommodaties te komen. Joosten zette de NBVB daarom als drukmiddel in, om de KNVB zo snel mogelijk te dwingen tot de invoering van betaald voetbal. Het KNVB-‘parlement’ praatte daar al over en een NBVB-demonstratiewedstrijd moest een zet in de rug van de KNVB worden. Daarom werd op zaterdagavond 14 augustus in Alkmaar de wedstrijd Alkmaar ’54-Sportclub Venlo ’54 gespeeld, slim gekoppeld aan de festiviteiten rond het 700-jarig bestaan van de stad.

Bijzondere wedstrijd
Er was al geoefend in NBVB-verband. Zo hadden Geleen en Venlo een wedstrijd gespeeld (1-1) en Heerlen had met 8-3 van Geleen gewonnen. Maar dat was besloten en voor deze wedstrijd haalde de NBVB alles uit de kast. Met de tribunes van het motorcircuit in Tubbergen was van het gemeentelijk sportpark in Alkmaar een stadion gemaakt. Er kwamen 11.000 toeschouwers (het Dagblad voor Noord-Limburg zag er 13.000-15.000) kijken, waaronder topvoetballers als Piet Kraak, Henk Schijvenaar, Cor van der Hart en Hans Boskamp. Qua veldspel zou het een modale wedstrijd worden, maar het werd wel een galapremière met veel show op een prachtige zomeravond. De sfeer en stemming onder het publiek waren uitstekend, ook door de feestelijkheden in ‘Snorrendam’, zoals Alkmaar voor even heette. (Echte Alkmaarders hadden hun snor laten staan.)

Klokslag zes uur kwamen de elftallen, onder tromgeroffel van de Alkmaarse Postharmonie, naast elkaar en in ganzenrij op, voorafgegaan door scheidsrechter Cohen en zijn grensrechters. De spelers van de thuisclub waren gestoken in trainingspakken met op de achterkant een horlogereclame. Sportclub Venlo ’54, met als aanvoerder Piet Gubbels (ex-VVV) trad aan in wedstrijdtenue. De elftallen stelden zich op in een rij, waarna de Postharmonie het Limburgs volkslied ‘Limburg mien vaderland’ ten gehore gaf, en daarna het Alkmaarse stedenlied. Sportclub Venlo ’54 speelde in rode shirts met blauw garnituur, blauwe broeken en blauwe kousen, terwijl Alkmaar ’54 begon in het Arsenal-tenue. Alle spelers hadden een groot rugnummer. Omdat er te veel rood in het veld liep, zou Alkmaar de tweede helft in het wit spelen, zonder rugnummers.

Bekende namen
Alkmaar ’54 was last minute aangevuld met de 38-jarige Franz Fuchs, de Weense trainer-speler van de Profclub Rotterdam (later onder meer trainer van Feyenoord). De gezette Fuchs zou zich als rechtsbinnen uitsluitend onderscheiden door unfaire proftrucjes. Bij Sportclub Venlo ’54 liep ook een enkele paradijsvogel, zoals Geert ten Berge (een fantast), terwijl de jonge linksbuiten Jan van den Heuvel in het programmablad gepresenteerd werd als ‘Nederlands tweede Bart Carlier’. In het doel van het uit tweedeklasse spelers bestaande Alkmaar ’54 stond Gerard Snabilie. De NBVB had showman Frans de Munck als gastspeler in willen zetten, maar dat was niet gelukt (de keeper beweerde dat hij zich op wielrennen ging toeleggen, gericht op deelname aan de Tour de France in 1956). Geen groot gemis, want de slanke, atletische en in het zwart geklede Snabilie – die zo qua verschijning wel wat weg had van De Munck – keepte een wereldpartij, net als Frans Swinkels in het Venlose doel.

Sportclub Venlo ’54 had verder in de razendsnelle buitenspelers Jeu Sijbers en Jan van den Heuvel uitblinkers, maar het Alkmaarse collectief – waarin overigens geen enkele Alkmaarder stond – was sterker en won overtuigend met 3-0 van de vooraf sterker geachte Sportclub Venlo ‘54. Sportclub Venlo ’54 treurde niet al te lang. Het gezelschap dook na afloop het feest in de binnenstad in, om pas de volgende ochtend de treinreis terug naar Venlo te aanvaarden. In opperbeste stemming: hadden Graadje Smeets en Sjraar Broekmans hun spelers een extra-premie verstrekt? Dat zou zo maar kunnen.

Belangrijke stap naar betaald voetbal
Het oordeel in de pers over de NBVB-ouverture was wisselend. De Telegraaf, Het vrije volk en het Algemeen Dagblad waren kritisch over het spelpeil, maar De Tijd kopte ‘In Alkmaar is de victorie begonnen’ en het Algemeen Handelsblad ‘De dolk op de borst van KNVB’. En zo was het. De NBVB had de KNVB een flinke zet gegeven in de richting van betaald KNVB-voetbal. Met behulp van Sportclub Venlo ’54, later weer opgegaan in VVV. Venlo is wel eens ‘de kraamkamer van het betaald voetbal’ genoemd. Dat is wat overdreven, maar vaststaat dat Venlo een belangrijke bijdrage leverde aan de komst van betaald voetbal in Nederland.

alkmaarvvv.jpg