Alles heej is VVV! De Koel! De Club! De Kleure!
Dinsdag 26 November 2024

De legendarische eerste wedstrijd van VVV in het betaalde voetbal

Op zondagmiddag 28 november 1954 liep Ajax-stadion De Meer bomvol met 22.000 toeschouwers. Of waren het er zelfs meer dan 25.000, zoals sommige kranten schreven? Het was in elk geval het dagrecord. De stadionspeaker moest de toeschouwers manen om wat in te schikken. Die dag begon de KNVB met de eerste semiprof-competitie, en al die mensen kwamen voor de start van Ajax en VVV in die betaalde competitie. De meesten rekenden op een overwinning van thuisclub Ajax. De mannen van Sportclub VVV ‘03 hadden immers slechts één gezamenlijke training achter de rug. Wat zou dat anders uitpakken!

Door: Gerrit van der Vorst

In het seizoen 1954/1955 begon, naast de eerste klas-competitie van de KNVB, een aparte competitie van de nieuwe Nederlandse Beroeps Voetbal Bond (NBVB). Het NBVB-initiatief sloeg aan in Nederland, zeker in Limburg waar met Fortuna, Rapid en Sportclub Venlo ’54 drie van de tien nieuwe profclubs speelden. Mede vanwege sterke anti-KNVB-gevoelens juichte het Limburgse voetbalpubliek de nieuwe ontwikkeling toe. Vooral Fortuna in Geleen trok grote belangstelling. Ook de wedstrijden van Sportclub Venlo ’54 op sportpark De Berckt in Baarlo werden goed bezocht.

Toch was het de NBVB-bestuurders wel duidelijk dat het lang zou duren voordat alle nieuwe betaalde clubs zouden beschikken over volwaardige stadions en selecties. Zo moest Rotterdam voor competitiewedstrijden uitwijken naar Utrecht. Het zou een hele toer worden om een kwalitatief sterke semiprof-competitie te realiseren en zo de publieke belangstelling vast te houden.

Daarom zette NBVB-voorzitter Gied Joosten uit Heerlen zijn ‘wilde bond’ vooral in als drukmiddel om de KNVB tot betaald voetbal te bewegen. Dat lukte, de KNVB liet de amateurbepalingen varen en maakte bijna alle schorsingen ongedaan. Ook die van VVV-voorzitter Jo van Daalen en medebestuurders. Maar de invoering van betaald KNVB-voetbal kwam voor Limburg te laat, terwijl de NBVB-concurrentie bleef. Het KNVB-bestuur beoordeelde in oktober de situatie van de zeven Limburgse eersteklassers als een ‘noodtoestand die elke beschrijving tart’.

Voorbeelden te over. De wedstrijd Limburgia-VVV – voorheen een onbetwiste topper – had een schamele 586 gulden in de kas van de thuisclub gebracht. Bleijerheide had aan de eerste drie thuiswedstrijden 1.100 gulden aan recette overgehouden. Voor de uitwedstrijd tegen ADO kon de club de reis naar Den Haag niet meer betalen. Daarom werd het 40-jarig jubileum een inzamelingsactie, in plaats van een feest. VVV had in het voorgaande seizoen nog zo’n 100.000 toeschouwers mogen verwelkomen. Dat zouden er nu misschien 25-30.000 worden, terwijl de club door toedoen van Sportclub Venlo ’54 opeens 5x zoveel huur moest betalen voor stadion De Kraal. Interim-voorzitter Berendsen schreef aan het KNVB-bestuur dat VVV blut was. Volgens tandarts Berendsen ronselde de door de KNVB geschorste elftalleider van VVV, banketbakker Sjraar Broekmans, dag en nacht onder de VVV-spelers. Tegen de steeds verleidelijker aanbiedingen die Broekmans deed, had VVV niets te bieden.

In die kritieke situatie was het een kwestie van weken, voordat er clubs om zouden vallen. Om dat te voorkomen, moest de KNVB wel door de stramme knieën. Een maand nadat Joosten in het KNVB-bestuur beticht was van ‘Hitler-methoden’ – in zijn benadering van MVV – begroeven beide bonden de strijdbijl. Hun samenwerking hield ook in dat de eersteklas KNVB-competitie en de NBVB-competitie afgebroken werden. Dat was niet in het minst in het belang van het voetbal in Venlo. Zowel VVV (7 nederlagen en 2 zeges) als Sportclub Venlo ’54 (2 nederlagen, 7 gelijke spelen en 1 zege) bevond zich op dat moment in de onderste regionen van de ranglijst. De laatste wedstrijd van VVV, tegen Excelsior (2-3), had op 14 november 547 betalende bezoekers getrokken, in plaats van de 6.000 die dezelfde wedstrijd in het vorige seizoen bezochten. Sportclub Venlo ’54 verloor op die dag op De Berckt in een totaal sfeerloos potje voetbal met 0-1 van Alkmaar ’54.

historie3.jpg

Voorzitters Joosten (NBVB) en Hopster (KNVB) proosten.

Maar nu zat Venlo opeens wel met twee semiprof-clubs, die elkaar het licht in de ogen niet gunden. Volgens het Dagblad voor Noord-Limburg zou een Venlose fusieclub een van de sterkste elftallen van Nederland op de been kunnen brengen. Bij VVV was men echter verbitterd om de problemen die Sportclub Venlo ’54 de toch al zo geplaagde ‘The Good Old’ had bezorgd. Meerdere rechtszaken, die 5x zo hoge stadionhuur, een uitgedunde spelersgroep en sterk verminderde recettes. Fuseren met die schoften die VVV kapot wilden maken, dat nooit?

Dat schiep een probleem, want volgens de nieuwe KNVB-competitie moest er op zondag 28 november 1954 wel een Venloos elftal aantreden tegen Ajax. Maar welk elftal dan? Onder begeleiding van KNVB-vertegenwoordigers traden de bestuurders van beide Venlose clubs in overleg met elkaar. Namens Sportclub Venlo ’54 stelde bonthandelaar Gradje Smeets pittige eisen aan samenwerking. VVV moest de helft van de investeringen van de Sportclub overnemen, het wedstrijdtenue van de fusieclub moest blauw-rood zijn (de stadskleuren) en thuiswedstrijden moesten om-en-om in De Kraal en op De Berckt afgewikkeld worden. Vooral vanwege de financiën en de terreinkwestie wees het VVV-bestuur op 23 november met 7 tegen 3 stemmen een voorstel tot samenwerking af. Met nog 5 dagen te gaan voor de start van de nieuwe KNVB-competitie was er een ernstige voetbal-impasse ontstaan in Venlo. Vanuit de KNVB werd voorgesteld om desnoods maar een gecombineerd elftal naar Amsterdam te sturen en de besprekingen daarna verder voort te zetten. VVV raakte verder in de verdrukking, toen Smeets c.s. begonnen te flirten met andere mogelijke fusiepartners, zoals het Eindhovense (!) Brabantia (later de eerste semiprofclub die – al na één seizoen – terugging naar de amateurs) en Sportclub Irene. Het benarde VVV-bestuur besloot een uitspraak van de algemene ledenvergadering te vragen.

Op donderdagavond 25 november werd de overeenkomst tussen de KNVB en de NBVB bekrachtigd met handtekeningen. Een dag later kwam de algemene ledenvergadering van VVV bijeen in Hotel Wilhelmina aan de Kaldenkerkerweg. Na een heftig begin werd met een overweldigende meerderheid van 128 tegen 3 stemmen (4 blanco) toch gekozen voor een fusie met Sportclub Venlo ’54. De KNVB zorgde er met een financiële bijdrage, een garantiestelling e.d. voor dat VVV – dat volgens een bestuurder 47 van de 51 jaar financiële problemen had gekend – schuldeloos aan het nieuwe semiprof-avontuur kon beginnen. Ingeschat werd dat de fusieclub met een gemiddeld bezoekersaantal van 5 tot 6.000 rond zou kunnen komen. Na de stemming schudde iedereen elkaar de hand, terwijl het clublied van VVV werd aangeheven. Het enthousiasme kende geen grenzen meer, nadat de weer aangetreden VVV-voorzitter Jo van Daalen bekend maakte dat de nieuwe Sportclub VVV ’03 tegen Ajax zou spelen met zes VVV’ers en vijf spelers van Sportclub Venlo ‘54:

Frans Swinkels, Ton v.d. Hurk, Piet Gubbels (VVV), Herman Teeuwen, Willy Heger (VVV), Gijs Nass (VVV), Jeu Sijbers, Coy Koopal (VVV), Jan Klaassens (VVV), Jan Schatorjé (VVV) en Jenne Smit.

Alles vergeten en vergeven? Echt niet. Sommige hondstrouwe VVV-supporters konden het samengaan met de zo gehate vijand niet verkroppen. Het merendeel van de voetbalfamilie Heger – uit & thuis altijd met zo’n 10 superfans present – haakte bijvoorbeeld af. Een groot verlies. Slechts twee familieleden bleven bij VVV. Dat waren verzorger Simon Heger (ex-speler) en zijn zoon Willy, halfspeler in het eerste. Beiden traden anderhalve dag na de ledenvergadering van VVV – met in de tussentijd een lichte zaterdagtraining – met het Venlose combinatie-elftal aan in stadion De Meer. In de eerste helft had Sportclub VVV ‘03 het niet gemakkelijk tegen een technisch beter Ajax. Rechtsback Ton van den Hurk tekende voor de eerste VVV-goal in het betaalde KNVB-voetbal, door een strafschop wegens hands loepzuiver te verzilveren. Maar de rust kwam met 2-1 voor de Amsterdammers. Ajax-midvoor Rinus Michels en de VVV’ers Jan Klaassens, Jeu Sijbers en Frans Swinkels waren de beste spelers van het veld.

In de tweede helft gaf de betere conditie van Sportclub VVV ’03 de doorslag. Spelers als de buffelende Jan Klaassens en Herman Teeuwen kregen stevig greep op het middenveld. Achterin hield Piet Gubbels Ajax-midvoor Rinus Michels van scoren af en voorin wervelden de razendsnelle buitenspelers Jeu Sijbers en Jenne Smit (een voetballer als Mark Overmars, volgens Herman Teeuwen). Geleidelijk veroverde Sportclub VVV ’03 zo een overwicht. Ajax-doelman Pieters Graafland moest de handen uit de mouwen steken bij vinnige aanvallen. Dat deed Pieters Graafland tweemaal tevergeefs. Het was aanvoerder Gijs Nass die een voorzet van de op rechts doorgebroken Jeu Sijbers inschoot. En het was opnieuw Sijbers die vanaf de cornervlag een puntgave voorzet gaf, dit keer op Jan Schatorjé die Pieters Graafland met een fenomenale kopstoot in de uiterste rechterbovenhoek geen schijn van kans gaf: 2-3. Een fel slotoffensief van de Amsterdammers mocht niet meer baten.

Tot verbazing van alle toeschouwers en andere voetbalkenners nam Sportclub VVV’03 de twee winstpunten mee naar Venlo. De Venlose entree in het betaald KNVB-voetbal was een fenomenaal succes. Sportclub VVV ’03 had de voorspelling van het Dagblad voor Noord-Limburg waargemaakt. Venlo kon inderdaad een elftal op de been brengen, dat tot de sterkste elftallen van het land behoorde. Sportclub VVV ’03 werd uiteindelijk weer gewoon VVV, het geel-zwart werd in ere hersteld en alle thuiswedstrijden zouden niet veel later in De Kraal worden gespeeld. Maar de bijdrage van Venlo aan de komst en ontwikkeling van het betaald voetbal in Nederland verdient herdenking. Om te beginnen die 2-3 uit overwinning op Ajax in de eerste betaalde wedstrijd.