
Tristan Dekker is hard op weg om zijn rentree te maken in het eerste elftal van VVV-Venlo. Op 13 februari 2022 sloeg het noodlot toe voor de verdediger annex middenvelder, die zijn kuitbeen brak in de thuiswedstrijd tegen Roda JC. Een operatie en lange revalidatie volgden, maar inmiddels staat Dekker weer op het trainingsveld en werkt hij hard om terug te keren binnen de lijnen. De hoogste tijd voor een uitgebreid gesprek dus.
Allereerst de belangrijkste vraag: Hoe gaat het nu met je?
“Het gaat goed! Ik ben blij dat ik weer met de jongens op het veld kan staan, want het begint echt weer te kriebelen. Daarom had ik ook zelf bij de fysio aangegeven dat ik al wat passoefeningen met de bal wilde doen. Inmiddels heb ik zelfs al met een positiespel meegedaan. Het gaat dus de goede kant op, maar we moeten voorzichtig blijven en niet overmoedig worden.”
Terug naar het oplopen van de blessure. Wat weet je nog van dat moment?
“Ik weet het nog precies. Het was 13 februari. Ik bleef bij het inzetten van mijn sliding in het gras haken en vervolgens ging het mis. Door de adrenaline voelde ik niet direct de pijn, maar toen ik naar mijn voet keek, zag ik dat die helemaal verkeerd stond. Op dat moment voelde ik ook direct de pijn en wist ik dat het foute boel was.”
Wat was de diagnose precies?
“Dat ik mijn kuitbeen had gebroken. Later kwam daar nog de diagnose bij dat de syndesmose ook gescheurd was. Dat is een enkelband die het scheenbeen met het kuitbeen verbindt. Doordat die ook gescheurd was, duurde de revalidatie nog wat langer.”
En hoe ging het na die diagnose?
“Ik ben gelukkig snel geopereerd in Eindhoven. Vervolgens moest ik zes weken in het gips. Dat was een lange en lastige periode. Mentaal was het zwaar, maar ik had ook gewoon veel pijn, waardoor ik bijna alleen maar in bed lag.”
Denk je dan nog wel aan voetbal?
“De eerste weken wilde ik even helemaal niks met voetbal te maken hebben. Pas toen ik zelf ook weer mobiel werd, begon ik een beetje aan voetbal te denken.”
Hoe was die eerste periode mentaal?
“In het begin had ik een beetje zelfmedelijden. Ik dacht ‘waarom gebeurt mij dit weer na de blessures die ik al heb gehad?’. Dit was mijn derde operatie in zes seizoenen tijd. Zo had ik me mijn profcarrière natuurlijk niet voorgesteld. Maar al snel ging de knop om en zag ik deze blessure als een nieuwe uitdaging om te overwinnen. Zo ben ik de revalidatie ook ingegaan.”