Wat zijn de belangrijkste leermomenten die je van deze clubs hebt meegenomen naar VVV?
“Overal waar je nieuw komt, pak je weer nieuwe dingen op. Het kost wel energie als je bij een nieuwe club aan de slag gaat. Per club zijn er weinig verschillen, maar de opleidingsvisie is meestal net wat anders. Als je nieuw bent bij een club neem je ook altijd veel dingen mee van trainers waar je dan mee werkt, dat heb ik bij VVV ook gedaan. Ik heb zelf heel lang bij Heerenveen gezeten en daar gaven ze veel aandacht aan mindset en leefstijl van de jeugdspelers. Dat probeer ik ook over te brengen naar VVV. Je leert dus bij elke club wel weer wat bij, daar probeer ik ook altijd mee te experimenteren.”
Wat trok je aan om jeugdtrainer bij VVV te worden?
“Ik ben gewoon het gesprek aangegaan. Dat gesprek was heel plezierig en het sloot ook mooi aan dat ik de kans kreeg om de O16 te trainen. Ik ben zelf niet zo honkvast, dus ik vond het ook wel weer leuk om in een totaal andere omgeving te werken. Als je namelijk in het Noorden blijft, dan blijf je wel een beetje in hetzelfde stramien. Soms moet je ook een beetje gokken en op je gevoel afgaan.”
Je hebt je eigen voetbalschool, Panenka, opgezet. Wat waren je doelen met het opzetten van deze voetbalschool?
“Met name om kinderen de mogelijkheid te bieden om extra te kunnen te trainen. Je merkt bij amateurclubs dat kinderen op jonge leeftijd maar één keer in de week trainen. Je wilt toch dat die jongens een betere techniek ontwikkelen. De voetbalschool was er ook zodat de trainers zich vol konden gaan focussen op het voetbal. De trainers kregen namelijk ook betaald voor de voetbalschool, dus zo konden ze alleen maar bezig zijn met het investeren als trainer. Door deze ontwikkeling zijn er ook een aantal jongens die de voetbalschool hebben overgenomen.
Je hebt in Amerika bij Dutch Total Soccer gewerkt. Wat waren de voetbalcultuur verschillen tussen deze landen en opleidingen?
“In Nederland hebben alle spelers wel hun mondje klaar. In Amerika is het vooral veel volgen. Daar heb ik wel een jaar aan gewerkt door de jongens zelf te laten nadenken over het spel. Ik probeerde ze ook een mening of een oplossing te laten bedenken in het voetbal. Ik had in Amerika veel Zuid-Amerikaanse jongens in mijn team, dus daar had je ook ouders met temperament. Die zaten dan boven op het kind. Je kon niet heel direct tegen die ouders zijn, dat vond ik ook niet mijn rol. Wel was het een bijzondere ervaring dat bij iedere training bijna alle ouders de verrichtingen van de training volgenden. Zuid-Amerikaanse ouders zijn heel betrokken, maar het gaat er uiteindelijk om hoe je je als team ontwikkeld. Die betrokkenheid is goed, alleen moeten de speler uiteindelijk zelf keuzes maken. In Amerika zijn toernooien ook veel belangrijker dan de competitie. Dus je had veel mooie toernooien, waarvan we er een paar hebben mogen winnen.”
Hoe zou je jouw eigen voetbalstijl willen omschrijven die je dit jaar met de O17 wilt spelen?
“Het gaat erom hoe de spelers zelf willen spelen. Ik probeer altijd spelers erbij te betrekken, maar ik wil zelf wel dominant spelen. Dat klinkt altijd zo mooi, maar ik wil, samen met mijn spelers, bepalen wat er in de wedstrijd gebeurt. De opbouw en onder de druk van de tegenstander uitvoetballen, dat zijn verschillende manieren en daar hebben we veel mogelijkheden in. De spelers hoeven van mij alleen niet op te bouwen om op te bouwen, als dat niet werkt mag er van mij ook een lange bal overheen. Met name in de eerste fase van de opbouw. De volgende stap is dan om de diepte op te zoeken en kansen te creëren. In het verdedigen wil ik ook dominant zijn. Wij willen het liefste hoge druk zetten en we willen niet afwachtend spelen. Dat vind ik zelf het mooiste, dat je in de wedstrijd bepalend bent.”
Wat zijn je persoonlijke verwachtingen dit seizoen als trainer en als team?
“Ik denk dat we in een competitie, waarin we gedeeltelijk tegen profclubs en amateurteams spelen ergens in de middenmoot mee kunnen draaien. Als O17 team spelen we met veel O16 spelers. In de jeugd kan een jaar al heel veel verschil maken. Het is mooi dat talentvolle O16 spelers nu de kans krijgen tegen O17 spelers kunnen ontwikkelen. Als het niveau wat hoger komt, zoals tegen Roda JC, dan hebben wij moeite om aan te klampen in de duels. We zullen dus keihard moeten gaan werken op de training en in wedstrijden. Het is dan belangrijk dat jongens goed naar zichzelf gaan kijken wat ze beter kunnen doen en hoe zich hierin kunnen verbeteren. De eerste stap is dus al gezet. Nu gaat het belangrijk zijn hoe de jongens op elkaar gaan reageren als het wat minder gaat, hoe blijven ze elkaar dan steunen. Het hard blijven werken op de training moeten we nu doorzetten. Het belangrijkste dit seizoen is dat iedereen zich blijft ontwikkelen. Sommige spelers moeten een stapje bij zetten. We hebben nu ook krachttraining ingezet en daar zijn de jongens gedisciplineerd in. Dat werpt straks ook zijn vruchten af. Mijn doelstelling is om iedereen binnen de opleiding te houden. Dat betekent ook dat iedereen aandacht krijgt en gesteund wordt om zichzelf te kunnen ontwikkelen. Alleen zullen daar wel stappen bij moeten.”