Joeri Janssen: “Na twaalf jaar kom ik nog elke dag met plezier naar VVV-Venlo”

Welke rollen vervul je binnen VVV-Venlo en wat houden deze rollen in?
“Ik vervul dit seizoen drie functies binnen VVV. Ik ben hoofdtrainer van de O21, ik ben twee à drie keer in de week bij het eerste elftal als assistent trainer en ik vervul de functie van hoofd voetbalontwikkeling jeugd. De functie van hoofdtrainer O21 spreekt denk ik voor zich, ik ben eindverantwoordelijk voor het totale proces rondom de O21. De laatste twee trainingen van de week ben ik bij het eerste elftal als assistent trainer. In het begin van de week traint de O21 gelijktijdig met eerste elftal, waardoor het voor mij niet mogelijk is om ook dan aan te sluiten. Bij de thuiswedstrijden van het eerste elftal ben ik ook betrokken als assistent trainer. Ik ben dan de gehele dag bij de voorbereiding richting de wedstrijd en tijdens de wedstrijd zit ik naast video-analist Chris Heuvelmans op de tribune. Ik heb vanaf daar telefonisch contact met assistent-trainer Ivo Rossen. In de rust presenteren Chris en ik beelden aan de stafleden die op de bank zitten, deze beelden kunnen dan eventueel nog meegenomen worden in de rustbespreking van de trainer. De functie hoofdvoetbalontwikkeling jeugd houdt in dat ik mede verantwoordelijk ben voor de voetbalzaken binnen de jeugdopleiding. Ik probeer ervoor te zorgen dat de voetbalvisie van de club binnen de opleiding bewaakt wordt en dat er een lijn door de gehele opleiding is. Wekelijks heb ik een overlegmoment met de hoofdtrainers om terug te blikken op de afgelopen periode en vooruit te kijken naar de week die volgt. Daarin kijken we naar de ontwikkeling van individuele spelers, de manier van trainer, coachen en opleiden. Zelf sta ik op maandag- en dinsdagmiddag ook nog op het veld bij de andere jeugdteams om in de praktijk de werkwijze van dichtbij mee te krijgen. Als het programma van de O21 het toelaat dan kijk ik op zaterdag nog vaak wedstrijden van de andere teams die thuis spelen. Op deze manier kan ik het beste het gesprek aangaan met de trainers binnen de opleiding. Een drukke week dus, maar wel een week vol met uitdagingen en wisselende omgevingen. Ik ben erg blij met het takenpakket wat ik van de club gekregen heb.”

Welke clubs heb je voor VVV getraind?
“VVV was twaalf jaar geleden mijn eerste BVO waar ik aan de slag ging. Ik ben op jonge leeftijd begonnen als jeugdtrainer bij Quick Boys’31 in Venlo-Zuid, die club bestaat helaas niet meer. Daarna heb ik de overstap naar Sportclub Irene in Tegelen gemaakt. Hier heb ik erg plezierig gewerkt bij bijna alle leeftijden van de jeugdteams en ben ik op twintigjarige leeftijd ook nog een periode interim-hoofdtrainer van het eerste elftal geweest. Daarnaast ben ik bij VV Baarlo in de derde klasse een seizoen hoofdtrainer geweest en bij Venlosche Boys in de eerste klasse. Dit waren leerzame seizoenen voor mij.”

Wat zijn je belangrijkste leermomenten geweest bij deze clubs?
“Ik was vaak jonger dan de spelers die ik training gaf. Sommige spelers zaten in een hele andere levensfase dan waar ik in zat. Ik heb daar wel ontzettend veel van geleerd. Ondanks dat het amateurvoetbal was, leerde ik wel hoe ik bepaalde zaken binnen mijn team moest managen. Die leermomenten kan ik nu nog altijd inzetten. Het belangrijkste dat ik ervaren heb in die seizoenen was dat als ik open en transparant handelde, ik alles kon vragen van mijn spelers en stafleden. Als je duidelijk bent, consequent blijft en iedere keer op die manier handelt dan maakt het niet uit hoe oud de spelers zijn. Ik heb dit nooit als een probleem ervaren en volgens mij de spelers en clubs ook niet. Ik ben deze clubs, die nu ook partnerclubs van VVV zijn, erg dankbaar voor de kansen die ik op jonge leeftijd gekregen heb om een betere trainer te worden.”

Welke relevante cursussen en diploma’s heb je gehaald om de O21 van VVV te mogen trainen?
“Ik heb mijn UEFA-C en UEFA-B diploma’s gehaald toen ik op het CIOS in Sittard zat. Vervolgens heb ik op toen ik 25 was mijn UEFA-A diploma gehaald. Dat houdt in dat ik assistent-trainer mag zijn bij een eerste elftal op betaald voetbal niveau en hoofdtrainer in de tweede divisie of lager. Een vervolgstap zou het UEFA-Pro diploma zijn, dan mag je ook hoofdtrainer zijn op betaald voetbal niveau. Maar op korte termijn heb ik nog niet de ambitie om dit diploma te halen. Dan zou die ambitie eerder liggen om een stap als vaste assistent trainer naar het eerste elftal te maken. Maar op dit moment zit ik hartstikke goed op de plek waar ik zit.’’

Dit word jouw twaalfde seizoen dat je werkzaam bent binnen de jeugdopleiding van VVV.  Wat zijn de redenen dat je al zolang actief bent binnen de opleiding?
“Venlo is mijn stad en VVV voelt na al die jaren als een tweede thuis voor mij. Mijn ouders zaten vroeger al in het stadion bij de bekende wedstrijden tegen Barcelona en Ajax. Ik kreeg als kind dus al vrij snel met VVV te maken. Ik heb vroeger als kind jaren een seizoenkaart gehad. Toen ik voor mijn UEFA-B diploma stage moest lopen, wist ik vrij snel dat ik dat bij VVV wilde doen, dat was voor mij namelijk de club waar ik een band mee had als supporter. Na al die jaren zit ik nog altijd bij VVV omdat ik het hier ontzettend naar mijn zin heb. In die jaren zie je natuurlijk vele collega’s, trainers en vrijwilligers komen en gaan en heb ikzelf vele verschillende functies mogen bekleden in al die jaren. De omgeving verandert dus telkens weer en dat maakt het ook weer interessant voor mij. Ik kom nog altijd iedere dag met onwijs veel plezier naar de club.”

Je bent op dit moment coach van de O21. Wat sprak jou aan om deze lichting te coachen?
“Als je het over ambities hebt dat wil ik altijd het hoogste en beste nastreven. Ik heb de afgelopen jaren ervaren dat de oudere jeugd het beste bij mij past. Ik ambieer daarin het jeugdteam wat het dichtste bij het eerste elftal staat, de O21 dus. Bij de O21 is het managen van je team het belangrijkste omdat spelers dichter bij de eindstreep van de opleiding komen. Dat betekent concreet dus dat spelers doorbreken of de opleiding verlaten. Ik wil daarin mijn ervaringen die ik heb opgedaan in al die jaren inzetten. Daarnaast is de samenwerking met de staf van het eerste elftal uiterst belangrijk voor een O21-team. Ik vind dat we hier als club de laatste jaren grote stappen in hebben gezet. Dit is het vierde seizoen dat ik actief betrokken ben bij het eerste elftal. Ik kan inmiddels goed inschatten wat er van spelers gevraagd wordt om het eerste elftal te halen. De verschillende krachtenvelden die bij de O21 langskomen maken het uiterst interessant.’’    

Waar wil jij je dit seizoen als trainer in ontwikkelen en waar wil jij als team in ontwikkelen?
“Ik wil uiteraard voor mezelf weer de volgende stappen zetten als trainer. Als je puur naar de resultaten op zaterdag kijkt, was afgelopen seizoen een lastig seizoen voor de O21. Anderzijds, als je kijkt welke spelers we hebben weten af te leveren aan het eerste elftal dan was het juist een succesvol seizoen. Uiteindelijk zal dit hand in hand moeten gaan. Je weet dat je bij een O21-team met vele wisselende samenstellingen moet werken en dat maakt het niet altijd even makkelijk. Mensen van buitenaf kijken vaak alleen naar de resultaten op zaterdag, wat ik begrijp. Daarom zal de individuele ontwikkeling hand in hand moeten gaan met de prestaties in de competitie. Ik merk dat ik het nu ontzettend interessant vind om onder een ervaren trainer als John Lammers te werken bij het eerste elftal. Ik ben daar goed op mijn plek. Als ik kijk naar het team dan zijn we een speelstijl met een bepaalde intensiteit aan het ontwikkelen. Die speelstijl streven we iedere training en iedere wedstrijd na. We zijn er als O21-staf iedere keer weer mee bezig om de jongens te prikkelen om die volgende stap in hun ontwikkeling te zetten.’’

Welke voetbalstijl wil jij spelen met de O21 en hoe wil jij deze stijl overbrengen naar je spelers?
“Wat voor het eerste elftal geldt, geldt zeker ook voor de O21. We willen aanvallend voetbal spelen, waarbij we hoog drukzetten en de toeschouwer willen vermaken. Wij willen met een hoge intensiteit spelen, denk daarbij aan de omschakelmomenten. Als we balverlies lijden dan willen we de bal zo snel mogelijk terug veroveren en bij balverovering willen we de bal zo snel mogelijk voorwaarts spelen. Hier gaan vele sprints over het veld bij gepaard, dit vraagt dus ook weer iets van onze manier van trainen. We willen een enthousiaste ploeg zijn, die zo snel mogelijk naar de goal van de tegenstander speelt. Ik ben tevreden over de ontwikkeling die we hierin laten zien. Vanaf de eerste dag is duidelijk hoe we willen spelen, iedere speler kent daarin op iedere positie zijn taak. In de competitie slagen we erin om onze manier van spelen te tonen, maar dat deden we ook tegen sterkere tegenstanders als in de beker tegen Feyenoord, Go Ahead Eagles en Union Saint. Gilloise in de voorbereiding en Fortuna Sittard in de competitie. Voor ons als staf is het zaak om iedere keer als we videobeelden met de spelers kijken, te spiegelen aan onze speelwijze. Uiteindelijk moeten de spelers dit namelijk ook kunnen tonen in de Keuken Kampioen Divisie.”

Waar hoop jij waar je team zich aan het eind van seizoen zich het meest in heeft ontwikkeld?
“Ik hoop in de manier van voetballen. Dus dat we enthousiast, met een hoge intensiteit en aanvallend blijven spelen. Daarnaast gaan we ervoor om spelers zo ver te krijgen in hun individuele ontwikkeling dat ze bij het eerste elftal aan de deur kloppen. Spelers moeten beseffen dat de club een voetbalvisie heeft waarbij jonge talentvolle spelers een kans krijgen. De mogelijkheden zijn er dus. Wij zijn er als staf om de spelers te begeleiden in hun ontwikkeling.’’