
Als twintigjarige doelman kwam John Roox binnen bij VVV-Venlo en uiteindelijk groeide hij uit tot de speler met de meeste officiële wedstrijden in het eerste elftal achter zijn naam. Terwijl hij eigenlijk vooral met SV Blerick bezig was, mocht hij op proef komen bij VVV. De rest is geschiedenis.
De teller staat op 454 wedstrijden in competitie- en bekerverband voor VVV-Venlo. Een ongekend aantal dat in het moderne voetbal niet snel meer overtroffen zal worden. Het is het eindresultaat van een avontuur dat begon in 1981, toen Roox als proefspeler zijn eerste stappen zetten bij VVV. “Op dat moment was ik eigenlijk helemaal niet bezig met VVV. Ik speelde in het tweede elftal van SV Blerick en ging op zondag eerder bij het eerste elftal kijken dan dat ik naar een wedstrijd van VVV ging. Ook omdat ik soms op de bank zat bij het eerste elftal.” Toch kwam Roox bij VVV terecht en dat kwam vooral door Sef Vergoossen, de toenmalige assistent-trainer van het eerste elftal. “Sef zag me een wedstrijd keepen tegen VV UNA toen hij daar toevallig aanwezig was. Blijkbaar keepte ik een goede wedstrijd want via Sef kreeg ik een uitnodiging om een aantal proefwedstrijden te spelen.”
Eerste stappen in het betaald voetbal
Terwijl Roox eigenlijk nog helemaal niet met profvoetbal bezig was, speelde hij dus een paar proefwedstrijden. Ook in die wedstrijden maakte de doelman indruk, want de club wilde hem op amateurbasis binnenhalen. “Ondanks dat het als amateur was, heb ik dat toch gedaan. Daar hoefde ik ook niet heel lang over na te denken. Ik had op dat moment zelf ook het gevoel dat ik wel eens zou kunnen gaan slagen. Dat maakte het makkelijk om op het aanbod van VVV in te gaan.” Toch leek de weg naar een doorbraak nog lang voor Roox, die achteraan moest sluiten in de pikorde. “Ik kwam volgens mij binnen als zesde keeper, dus ik was er zeker nog niet. Maar volgens mij was het al het jaar daarna dat ik tweede keeper werd. Er gingen een aantal doelmannen weg en Vergoossen, die inmiddels hoofdtrainer was geworden, zag in mij een goede tweede keeper.”
Onbetwiste eerste doelman
Op 24 augustus 1983 maakte Roox uiteindelijk zijn debuut in de Venlose hoofdmacht als vervanger van Gerrit Vooys. Tweede keeper bleef hij niet lang, want Roox groeide al snel uit tot eerste keuze onder de lat. “Volgens mij werd ik in het seizoen 1983-1984 eerste keeper. Maar toen was ik dus nog altijd amateur. Daarna ben ik semiprof geworden en combineerde ik mijn carrière als keeper met mijn baan als administratief medewerker in de logistiek.” Roox werd de onbetwiste nummer één in het doel en mistte tussen 26 november 1983 en 31 augustus 1989 zelfs geen enkele minuut. Pas toen hij in de thuiswedstrijd tegen PSV een blessure opliep, mistte hij een wedstrijdminuut. Daarmee zette Roox een unieke reeks neer. “Ik moet ook zeggen dat ik altijd het absolute vertrouwen heb gekregen van de trainers en dat doet natuurlijk ook wat met iemand. Je bent niet bang om fouten te maken, omdat je de steun van de trainers voelt.”
“De trainers wisten wat ik kon en wat ik niet kon”, vervolgt Roox, die dat met de jaren zelf ook steeds beter in de gaten kreeg. “Met de trainers werkten we heel hard aan de verbeterpunten. Als je daar beter in wordt dan groeit je vertrouwen ook alleen maar. Daar heb ik me wel altijd aan vast gehouden. Ik wist zelf op een gegeven moment ook wel wat mijn kwaliteiten en mindere punten waren. Ik kon bijvoorbeeld best goed meevoetballen, maar daardoor werd ik soms wat nonchalant met de bal aan de voet. Dat was ook een beetje mijn valkuil en daar ben ik ook een paar keer de mist mee ingegaan. Dus op een gegeven moment dacht ik ‘dat moet ik niet te vaak doen’, want dan gaan ze je veroordelen op het feit dat je te veel risico neemt. Uiteindelijk heb ik dat dus ook niet meer gedaan.”