
In deze rubriek maak je kennis met trainers die actief zijn in de jeugdopleiding van VVV-Venlo. Vandaag spreken we Maurice Bouten. Maurice is zijn tiende jaar ingegaan als keeperstrainer bij VVV. Hij woont in Kronenberg, werkt daarnaast bij de gemeente Horst aan de Maas en heeft zijn eigen keepersschool Challenge Arena.
Hoe zag je eigen carrière als keeper eruit?
“Op vijfjarige leeftijd begon ik als keeper bij Sparta’18 in Sevenum. Mijn eerste contact met VVV was op 13-jarige leeftijd, toen ik bij de toenmalige B-jeugd terechtkwam. Ik heb vijf jaar genoten van de VVV-opleiding. Hoewel ik het eerste elftal uiteindelijk niet heb gehaald, heb ik wel drie keer op de bank gezeten bij het eerste elftal van VVV. Daarna koos ik ervoor om terug te keren naar Sparta’18, waar ik vele jaren in het eerste elftal heb gespeeld, met een korte tussenstap naar Geldrop, dat destijds in de hoofdklasse speelde. Op 29-jarige leeftijd ben ik gestopt vanwege een zware knieblessure.”
Bij welke clubs heb je in het verleden gewerkt en waar ben je momenteel werkzaam?
“Ik ben nu voor het tiende seizoen op rij keeperstrainer bij VVV, waar ik me momenteel richt op de keepers van de O13 en O15. Daarnaast vertegenwoordig ik alle keeperstrainers binnen de jeugdopleiding. Tijdens mijn periode bij VVV heb ik dit werk gecombineerd met functies bij clubs zoals Maasbree, Wittenhorst en sinds vorig jaar ook bij het eerste elftal van Venray."
”Wat is jouw visie op keeperstraining en welke aspecten vind je daarbij het meest belangrijk?
“Ik probeer mijn visie over te brengen die past bij het zijn van een eerste keeper van VVV. Dit gaat vooral om technische, tactische en mentale aspecten en de vertaling ervan naar wedstrijdsituaties. Het doel is om elke keeper op zijn eigen specifieke kwaliteiten niveau door te laten ontwikkelen en ervoor te zorgen dat we hen uiteindelijk op een hoog niveau kunnen afleveren bij het eerste elftal. Voor mij is een VVV-keeper iemand die in ieder geval goed kan meevoetballen. Daarnaast moet hij uitstraling hebben. Een keeper moet onoverwinnelijk lijken. Hij moet technisch onderlegd zijn en een enorme durf in zijn karakter hebben om te keepen. Voor mij is het belangrijkste dat een keeper punten pak voor zijn team.”
Waarom zie je zoveel jeugdspelers, waaronder keepers, vanuit Duitsland in onze opleiding terugkomen?
“Als VVV zitten we natuurlijk in een regio waar we ook in Duitsland scouten. Voor ons draait het om het vinden van de grootste talenten, die halen we dan binnen. We krijgen ook informatie als er bij bijvoorbeeld Borussia Mönchengladbach keepers afvallen, omdat Gladbach normaal gesproken een hoger opleidingsniveau heeft dan VVV. We willen natuurlijk de beste kwaliteit die we kunnen krijgen; als die over de grens beter te vinden is dan in Nederland, kijken we daar zeker naar.”
Waar zie je de mogelijkheden voor verbetering bij de keepers van VVV, waarop zou de focus moeten liggen?
“In de laatste jaren dat ik er was, werd er eigenlijk maar één keer per week keeperstraining gegeven. Nu hebben we de eerste stap gezet door vaker specifieke keeperstrainingen aan te bieden. In de bovenbouw trainen we nu drie keer per week, en in de midden- en onderbouw op dit moment twee keer. Dit doen we om het aantal momenten waarop keepers specifiek op hun vakgebied worden getraind te verhogen, in combinatie met de teamtrainingen. Op deze manier willen we het pakket voor de keepers verbreden, zodat ze hopelijk stappen kunnen maken. De keeper zelf is natuurlijk verantwoordelijk voor zijn eigen ontwikkeling."
”Welke keeperstijlen springen voor jouw in het oog, en wat spreekt jouw daarin het meest aan?
“Ik vind de Duitse stijl van keepen erg aantrekkelijk, wat ook zichtbaar is in het aantal Duitse topkeepers dat de laatste jaren doorbreekt. Duitse keepers zijn motorisch en fysiek super in orde en hebben veel power en durf in hun spel, wat me goed bevalt en wat naar mijn mening in Nederland nog wel wat sterker zou kunnen zijn. De ontwikkeling die momenteel in Spanje plaatsvindt, vind ik ook erg interessant. Ze richten zich veel op reactievermogen en voetballend vermogen. De combinatie van Nederlandse, Duitse en Spaanse ontwikkelingen lijkt mij de beste als ik naar het totaalplaatje kijk. Nederland is voor mij, vooral op het gebied van het meevoetballen van keepers, een van de grondleggers.”
Hoe begeleid en ontwikkel je een jonge keeper op de meest effectieve manier?
“Het is belangrijk om te kijken welke punten moeten worden ontwikkeld. Voor ons omvat dit zowel voetbaltechniek als gedrag, uitstraling en coaching. Hoe sta ik op het veld? Iedere keeper heeft zijn eigen kwaliteiten, en ik vind het belangrijk om vooral de sterke punten verder te verbeteren, naast de mindere punten. Iedere keeper is uniek en heeft zijn eigen ontwikkelingsgebieden. Het is cruciaal om alle facetten van het keepersvak mee te nemen, zowel de technische aspecten als het omgaan met wedstrijdsituaties. We moeten deze aspecten samen aanpakken om de keepers naar een hoger niveau te tillen.”