
Met 134 doelpunten in competitie- en bekerverband is Maurice Graef nog altijd topscorer aller tijden van VVV-Venlo. De club waar hij nog altijd warme gevoelens bij heeft en graag komt. Toch verliep zijn carrière bij de Koelclub niet zonder slag of stoot. Graef kreeg de nodige kritiek en moest lang wachten op zijn grote doorbraak. Maar de spits liet zich nooit kennen en veranderde van een grijze muis in een topscorer.
Op vijftienjarige leeftijd kwam Graef binnen bij VVV, waar hij op dat moment de allerjongste jeugdspeler was. Hoewel de weg naar het eerste elftal op dat moment nog lang was, had de jonge Graef maar één doel: slagen bij VVV. “Ik kwam hier in de tijd van Mikan Jovanovic heel vaak kijken samen met mijn vader. Inmiddels is De Koel verouderd, maar destijds vond ik het echt een geweldig stadion. De sfeer bij VVV was fantastisch en is me altijd bijgebleven. Ook toen ik hier zelf in de jeugdopleiding binnenkwam. Vanaf dat moment wilde ik per se slagen bij deze club. Mede dankzij de goede trainers die ik in de jeugd had, ben ik redelijk snel bij het eerste elftal gekomen.” Eenmaal aangesloten bij de hoofdmacht was het even zoeken voor Graef, die moeite had om direct aan te haken. “In de jeugd scoorde ik altijd, maar bij mijn invalbeurten in het eerste elftal wilde het maar niet lukken. Het ging toen allesbehalve goed en ik werd door het Venlose publiek uitgemaakt voor Donald Duck, omdat ik altijd met m’n kont naar achteren liep.”
Vertrouwen in betere tijden
Hoewel Graef in de jeugd een groot talent was, verliep zijn eerste periode bij het eerste elftal dus moeizaam en dat kwam de spits op de nodige kritiek te staan. “Ik vergeet nooit meer dat oud-voetballer en verslaggever Hugo Walker op TV zei dat hij niet snapte wat ik in het betaald voetbal te zoeken had. Op dat moment kon ik wel door de grond zakken en dacht ik ‘hoe kom ik hier zo snel mogelijk weg?’.” Maar Graef ging niet weg. Hij had namelijk nog altijd dat ene doel om te slagen bij VVV en daar bleef hij ondanks alle kritiek vertrouwen in houden. “In alle andere teams was het me ook gelukt, dus ik bleef volhouden dat ik in het eerste elftal van VVV zou slagen.” Een andere belangrijke man die daar vertrouwen in had, was Herman Teeuwen, die Graef als scout naar Venlo haalde. “Herman geloofde altijd in mij, ook in die moeilijke periode. Samen met de toenmalige voorzitter Jeu Sprengers heeft hij toen zelfs de Maurice Graef Fanclub opgericht. Wat die fanclub inhield? We gingen één keer per jaar met z’n drieën uiteten en er mocht verder niemand anders lid worden. Dat vertrouwen van Herman en Jeu betekende heel veel voor me en ik heb ook later altijd goed contact met Herman gehouden. Het is niet voor niets dat ik samen met Jos Wijnen een van de initiatiefnemers was om de Herman Teeuwen Memorial in het leven te roepen. Herman heeft heel veel voor mij betekend en daar ben ik hem nog altijd dankbaar voor.”
Eindelijk belangrijk in het eerste
Met de steun van onder meer Teeuwen kwam de doorbraak van Graef er alsnog. “Mijn geluk was dat VVV in het seizoen 1991-1992 degradeerde naar de Eerste Divisie en dat er veel spelers bij de club vertrokken. Toen kreeg ik eigenlijk pas echt de kans.” En die kans greep Graef met beide handen aan. VVV werd kampioen in de Eerste Divisie met Tijjani Babangida als grote held en Graef als topscorer. “Babangida, waar op dat moment nog helemaal niemand van gehoord had, was erg belangrijk voor het team, maar natuurlijk ook voor mij. Hij rende zes tegenstanders voorbij en legde de bal dan panklaar voor mij om binnen te schieten. Op die manier begon ik te scoren en kreeg ik vertrouwen. Voor een spits is vertrouwen alles en toen ik dat eenmaal had, begon het te lopen. Vanaf dat moment kon het publiek ook zien dat ik toch wel een aardig balletje kon trappen.”